Reisverslag van Frank Klaassen van onze zusterorganisatie Lifeline Ukraine
31 augustus 2024
Reisverslag van Frank Klaassen van onze zusterorganisatie Lifeline Ukraine
Terug in Nederland. Het voelt vreemd en surrealistisch. De generatoren en de medical supplies hebben
hun weg gevonden naar de ziekenhuizen en de combat support hospitals. Namen als Kyiv, Pidhaine,
Bucha, Kharkiv en Kupiansk zoemen nog rond in mijn hoofd. Eindeloos lange wegen met
checkpoints. Wachtwoorden, paspoortcontroles en nors kijkende mannen met doorgeladen wapens.
Het is gek, maar na verloop van tijd ga je het allemaal een beetje normaal vinden. Het is moeilijk om
het je voor te stellen dat dit een land was met een rijke historie dat aansluiting zocht bij Europa en de
NATO. We hebben veel mensen gesproken en veel gezien. Te veel misschien.
Ongemerkt worden we meegezogen in de oorlog. Kapotgeschoten gebouwen, een ziekenhuis zonder
ramen, velden met uitgebloeide zonnebloemen die allang geoogst hadden moeten worden en het eens
zo vredige dorpje Pidhaine dat tijdens de invasie voor tachtig procent met de grond gelijk werd
gemaakt. De landerijen liggen bezaaid met niet ontplofte cluster sub-munitie.
Ben, de bataljonsarts van het International Legion, heeft zich bij ons aangesloten. Een leuke
vent die de oren van je hoofd kletst. We hebben de generatoren en medical supplies, die we mee
hebben genomen vanuit Nederland, opgeslagen in de kelder van een oud gebouw in Kyiv dat dient als
safe-house. Hier ligt ook het originele schilderij opgeslagen, dat werd gebruikt als ontwerp voor de
postzegel van Slangeneiland. Hiervandaan transporteren we alles naar de verschillende locaties; De
politiepost van Kharkiv, de 92ste Gemechaniseerde brigade, de Alpha en Bravo compagnie en de
ziekenhuizen van Mikolajiv en Kharkiv. Met een militair konvooi rijden we naar Kupiansk. De
frontline. Het dorp is bijna helemaal verlaten. Kapotgeschoten huizen en een watertank in het midden
van het plein. Een oude vrouw vraagt of we misschien wat kaarsen bij ons hebben. Het GSM net werkt
hier allang niet meer.
We wachten. Uit het niets komen er drie trucks aanrijden van het International Legion. Een
vrouwelijke arts stapt uit en loopt naar me toe. Er komen hier niet zo vaak bezoekers meer. Als ze
hoort dat we een generator bij ons hebben voor haar combat support hospital slaat ze snikkend haar
armen om me heen. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Ik kijk naar de lachende gezichten van mannen in de bloei van hun leven en vraag me af hoeveel er
nog zullen zijn als ik terugkom. Op de achtergrond het ziekmakende geluid van een
artilleriebeschieting dichtbij. Iemand is niet blij met onze komst.
Op bezoek bij twee gewonde militairen van het International Legion in het ziekenhuis van Kharkiv.
Mannen van rond vijfentwintig.
Ze hebben een mortier-beschieting overleefd en de jongste wacht op een kaakreconstructie. Ze willen
zo snel mogelijk weer terug naar het front als het kan. Daarna op weg naar het mortuarium voor de
identificatie van het lichaam van Rory Mason. Rory sneuvelt op 28 september tijdens het verdedigen
van een brug in de omgeving van Kharkiv. Hij werd 23 jaar.
De binnenplaats van het mortuarium lijkt op een scène uit een dystopische film. Er staat een grote
legertent en het lichaam van Rory ligt op een oude stalen brancard. Hij komt zo van het slagveld en
ziet er niet best uit. Het is zomers warm en er is onvoldoende koeling.
Op de grond liggen de naakte lichamen van een jonge vrouw, een man en een kind. Ze hebben een
Russische artilleriebeschieting niet overleefd. De geur is overweldigend en achtervolgd me voor de
rest van de dag. Ik ben niet bang voor de confrontatie met de dood, maar het maakt me wel heel
verdrietig. Ik moet even denken aan de tekst op het holocaust-monument in mijn oude buurt in
Amsterdam; “Nooit Meer Auschwitz”. Ben wil weten waarom de lichamen niet bedekt zijn. De
patholoog anatoom kijkt hem aan met een vermoeide blik en schud zijn hoofd.
Op weg naar ons safe-house in Kharkiv. Beschadigde gebouwen en een stuk van een Uragan raket dat
nog uit de grond steekt. Het lange wachten op de vrouw en de moeder van Steve. Ze zijn
vanuit de VS naar Warschau gevlogen en rijden met een militair transport naar de Oekraïne. Steve is
geraakt tijdens een mortierbeschieting en is hersendood. Hij overlijdt een paar uur voordat ze
arriveren. De reactie van zijn vrouw staat voor altijd in mijn geheugen gegrift; “how is that possible?”
Niemand van ons kan een zinnig antwoord bedenken. Twee dagen later is er een korte afscheidsdienst
voor Rory en Steve in het mortuarium. Ze liggen broederlijk naast elkaar en er staan acht man van hun
eenheid om hen heen voor een laatste vaarwel. Een moment dat ik nooit zal vergeten.
Buiten wordt onze sergeant aangesproken door een verpleegster. Hij begrijpt haar niet en er wordt een
tolk bijgehaald. Ze maakt zich zorgen over de blik in zijn ogen. Teveel gezien en teveel verloren, zoals
iedereen hier. De dienstdoende arts wijst naar me en vraagt aan de tolk waarom ik mijn leven op het
spel zet voor zijn volk. Ik mompel iets dat vrijheid een kostbaar goed is en dat het daarom ook mijn
oorlog is geworden. Wegkijken is allang geen optie meer. Hij knikt betekenisvol, legt zijn hand op zijn
hart en loopt weg.
Als alles voorbij is lunchen we met elkaar buiten in de zon. Het voelt vreemd, alsof er even niets aan
de hand is. Een gevechtseenheid van het Oekraïense leger komt toevallig voorbij en betuigen hun
respect aan de moeder en de vrouw van Steve. Een immens grote soldaat houdt de handen van Steve’s
moeder even vast. Ze verstaat hem niet maar ze begrijpt wat hij probeert te zeggen. Als ik terugkijk
naar de foto die ik maakte, lijkt het alsof ze voor eeuwig op dat plein zijn blijven staan. Het maakt veel
indruk op me.
De commandant van Steve overhandigt een bruin doosje aan zijn moeder. De legerleiding heeft
besloten om hem één van de hoogste militaire onderscheidingen toe te kennen voor bijzondere moed.
Als we willen afrekenen haalt de eigenaar van het restaurant 30 procent van de prijs af en krijgen we
twee volle tassen met drank mee naar huis.
In de avond gaat het luchtalarm weer af. We liggen onder vuur. Eerst Urugan raketten en daarna
artillerievuur een paar honderd meter bij ons vandaan. Doffe klappen die je ingewanden laten trillen.
Je realiseert je dat de dood maar een paar honderd meter bij je vandaan is het leven heel betrekkelijk
is.
We liggen met karabijnen op de grond te wachten, omdat de Russen soms na dit soort beschietingen
doorbraken proberen te forceren om hun gijzelaarsvoorraad aan te vullen. Het voelt alsof we de
verkeerde bioscoop zijn binnengelopen.
Overdag wordt Kharkiv weer onder vuur genomen en zijn op weg met de laatste medical supplies naar
het ziekenhuis. Boven het motorgeluid van onze vrachtwagen uit hoor je de raketten inslaan. Veel te
dichtbij. Na een tijdje besluiten we toch maar om een schuilkelder in de buurt van het ziekenhuis op te
zoeken. Een paar van ons willen graag levend naar huis. Naast me op de bank in de bunker probeert
een Oekraïense soldaat een gesprek met me aan te knopen. Het duurt even voordat ik het in de gaten
heb. Hij heeft twee granaatscherven in zijn buik en begint langzaam weg te zakken. Ik vraag Ben om
hem in de gaten te houden. Na een uur begint het weer een beetje rustig te worden en wordt de soldaat
afgevoerd naar de operatiekamer.
Weer terug naar Kyiv. Ook hier begint de hel langzaam los te barsten. Poetin is waarschijnlijk niet zo
blij met zijn opgeblazen materiaal. We krijgen opdracht van het ministerie van defensie om het land zo
snel mogelijk te verlaten nu het nog kan. Ik denk dat ze het ook wel handig vinden als we blijven
leven, voor later. Ben heeft een auto kunnen regelen en de ochtend rijden we met de moeder en vrouw
van Steve naar Warschau. Onderweg zien we nog wat raketten inslaan maar daar hebben we geen last
meer van. Wel nog een ontmoeting met een wild zwijn dat zich op de snelweg in Polen tussen de
voorwielen boorde en de ophanging van de radiator sloopte.
Nadat we de vrouw, de moeder van Steve en Ben in Warschau hebben afgeleverd bij het hotel rijden
Kristin en ik door naar Nederland
Zonder sponsors, het thuisfront en iedereen die ons gesteund heeft was deze operatie niet mogelijk
geweest. Het was geen druppel op een gloeiende plaat. De generatoren en de medical supplies maakten
voor velen het verschil tussen leven en dood.
Eli Wiesel, een overlevende van Auschwitz en Buchenwald heeft ooit gezegd; Er zijn momenten dat
we onrecht niet kunnen voorkomen, maar er mag nooit een moment zijn dat we er niet tegen in
opstand komen.
Frank Klaassen
Filmpje contrast Oekraine Maidan plein
Gerelateerde berichten
13 december 2024
Niemand zit erop te wachten. Navo chef Rutte waarschuwt dat we ons geestelijk moeten voorbereiden op oorlog. Zou het dan toch kunnen gebeuren. Zou positief denken niet meer helpen. Laatst stond in de krant dat 50% van de Nederlanders wegkijkt bij berichten over Oekraine. Het liefst zouden wij dat ook doen. Maar helpt het? Kunnen [...]
12 december 2024
Het Wild Bees BeNeLux 3D print collectief heeft mine markers en mine warning signs geprint. Deze zijn inmiddels in handen van Kevin van The Sunflower Project. Eyes on Ukraine had een bescheiden rol in de logistiek. https://youtu.be/s2hjkxmiRak
11 december 2024
Oudere dieselbusjes mogen de binnensteden niet meer in. Dat is geen reden om ze werkeloos te laten staan, of te slopen. Want aan het front in Oekraïne zijn busjes van levensbelang. Om gewonden mee te verplaatsen van het front naar hospitaals. Om burgers mee te evacueren, en troepen te bevoorraden. Wij geven een vriendenprijs voor [...]